top of page
  • decontroversatie

Rechtspraak Vaccinatie – Testen – Pandemiebeleid (Juridische Update 1)

Lieven Lenaerts (ere-magistraat)



Nederland en de rechten van werkgevers bij sollicitaties (KLM affaire)


Kan de werkgever bij de aanvaardingsgesprekken van kandidaat piloten informeren naar de vaccinatiestatus? Deze vraag kwam in de actualiteit door een Nederlandse kortgedingprocedure, waar de rechter op 2 juni 2022 de argumentatie van KLM verwierp en de vakbond volgde, die dit te ver vond gaan, omdat er ook voor in dienst zijnde piloten geen vaccinatieplicht bestond [1].


KLM wees op de inreisbeperkingen rond vaccinatie die in bepaalde landen golden, waardoor ze hun planning niet konden opmaken zonder kennis over de vaccinatiestatus. De luchtvaartmaatschappij wenst de kandidaten te kunnen inzetten op alle bestemmingen. Er was volgens hen dan ook geen vaccinatiedwang. Wanneer een kandidaat echter niet antwoordde op de vraag naar de vaccinatiestatus, werd hij afgevoerd van de aannameprocedure. De kandidaten en de reeds in dienst zijnde piloten vormen aparte categorieën, zodat ze verschillend konden behandeld worden en er geen ongelijke criteria werden toegepast volgens KLM.


De rechter stelde in zijn voorlopig kortgedingbesluit dat het onderscheid of men naar de vaccinatiestatus of naar de inzetbaarheid informeerde, zonder belang was, omdat men bij afwezigheid van antwoord uit de sollicitatieprocedure geweerd werd en er dus alleszins een vaccinatiedruk was. Hierdoor werd ingegrepen in de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene, wat een inbreuk op art. 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens uitmaakt. Toch kan een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd zijn, indien ze berust op een legitiem doel, wat het rond krijgen van de vliegplanning in het kader van de reisrestricties zou kunnen zijn. Maar het zich laten vaccineren neemt niet weg dat er toch reisrestricties kunnen opduiken om een andere medische reden of omwille van wijziging van het coronabeleid of omwille van een veranderde visie van de piloot op de coronavaccinaties, zodat het ingeroepen legitiem doel niet aannemelijk wordt gemaakt. Maar tevens dient de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer noodzakelijk en proportioneel te zijn. Dit is volgens de rechter niet het geval omdat op een personeelsbestand van 3000 piloten het probleem van de reisrestricties kan worden opgelost en de vakbond hiertoe constructief overleg had aangeboden. Er zijn overigens andere mogelijkheden om het probleem op te lossen zoals het doen van PCR-testen, waarmee het doel van een werkzame planning ook kan worden bereikt. In die omstandigheden weegt het argument van de personeelsplanning minder zwaar dan het belang van de kandidaat piloot, die een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer zou moeten ondergaan.


Duitsland: het weigeren van PCR-testen door een werknemer (Beierse staatsopera affaire)


Dit brengt ons naar een uitspraak in hoger beroep van het Bundesarbeitsgericht te Munchen van 1 juni 2022 [2], waar de vraag werd gesteld of een fluitiste van de Beierse Staatsopera herhaalde en gratis aangeboden PCR-testen mocht weigeren omdat ze volgens de klaagster te onnauwkeurig waren en een onevenredige aantasting van haar lichamelijke integriteit vormden. Het hof aanvaardde dit niet.


Ook hier werd het legitiem doel onderzocht. De werkgever moet zijn werknemers beschermen tegen gevaren voor leven en gezondheid voor zover de aard van de werkzaamheden dit toelaat. De Staatsopera had reeds een hygiëneconcept uitgewerkt, maar dit bleek onvoldoende, zodat bijkomende maatregelen met wetenschappelijke ondersteuning nodig waren om te voldoen aan de geldende reglementering. De minimale inbreuk op de fysieke integriteit die gepaard gaat met het uitvoeren van de tests werd proportioneel geacht. De vorderingen van de fluitiste werden afgewezen. Ook hier werd de evenredigheid van de maatregelen dus getoetst op basis van het ingeroepen legitiem doel, de noodzakelijkheid en de proportionaliteit.


Italië en de vaccinatieverplichting in de zorg: testen is een alternatief


Op 12 april 2022 sprak de arbeidsafdeling van de rechtbank van Padua zich uit over de Italiaanse vaccinatieverplichting in de zorg, gebaseerd op art. 4-ter van wetsdecreet nr. 44/2021 [3]. In de mate deze bepaling niet de bescherming van de eigen gezondheid, maar deze van anderen beoogt, beantwoordt ze aan een legitiem doel; de zorg van de wetgever om de gezondheid van kwetsbaren te beschermen door de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om besmetting door tewerkgesteld personeel te voorkomen, is volkomen legitiem. Maar de verplichte vaccinatie bereikt dit doel niet, doordat iemand die de vaccinatiecyclus heeft doorlopen, toch het virus kan oplopen en dus anderen kan besmetten. De rechter leidt dit af uit de cijfers van het Ministerie van Volksgezondheid, die op datum van 11 januari 2022 een stijging van + 220.532 opgaven. De rechter beschouwt testen als een doelmatiger middel, omdat men er redelijkerwijs van mag uitgaan dat een geteste persoon gedurende een beperkte periode niet is besmet. De rechter beveelt de werkhervatting van de zorgverleenster op voorwaarde dat ze zich op eigen kosten behoorlijk en herhaaldelijk laat testen. Hier werd de verplichte vaccinatie dus niet noodzakelijk geacht, omdat het alternatief van het behoorlijk en herhaaldelijk testen beter in staat was om het beoogde doel te bereiken.


Europa en de verplichte vaccinatie (Vavricka)


In juridische kringen wordt dikwijls gewezen op het Vavricka-arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 8 april 2021. In dit arrest wordt de toelaatbaarheid van een aantal klassieke vaccinaties (andere dan Sars Covid-19) in Tsjechië beoordeeld vanuit de afweging van de volksgezondheid tegenover het recht op fysieke integriteit en het privéleven. De specifieke vaccinaties en hun omkadering werd door het Europees Hof aanvaard. Het Hof kwam tot zijn beoordeling vanuit een ad hoc onderzoek naar de adequaatheid, noodzakelijkheid en proportionaliteit. Men veronachtzaamt daarbij nogal gemakkelijk dat deze beoordeling een casus-beoordeling was van specifieke vaccinaties, die wezenlijk verschillen van de mRNA-vaccinaties [4]. Bovenstaande rechtspraak toont aan dat uitgaande van een concrete toetsing van de pertinentie tegenover het legitiem doel, de noodzakelijkheid en de proportionaliteit, zijnde de criteria die het Europees Hof toepast, ook andere afwegingen mogelijk zijn [5].


___________________________________________

1 ECLI:NL:RBAMS:2022:3029

4 zie I. MATHY, “La vaccination obligatoire en Belgique avant et après Vavricka et le Sars-cov-2 » in A. JANSEN, (ed.), La vaccination contre la Covid-19 obligatoire en Belgique?, Limal, Anthémis, 2022, 15-66.

5 Zie L. LENAERTS, “Rechters, voorzorg en verplichte vaccinatie”, Juristenkrant, 12 januari 2022, 12-13.

140 weergaven0 opmerkingen
bottom of page